De race om elektrische-voertuig batterijen te decarboniseren

Één van de belangrijkste voordelen van elektrische voertuigen voor consumenten – en de planeet – is hun ultralage CO2-uitstoot tijdens het gebruik. In tegenstelling tot auto’s en bedrijfsvoertuigen met verbrandingsmotoren produceren elektrische voertuigen geen directe uitlaatgassen door het verbranden van diesel en benzine. Batterij-aangedreven elektrische voertuigen hebben echter wel een belangrijke uitdaging wat uitstoot betreft: de productie van de batterijen zelf is een zeer koolstofintensief proces. Sterker nog, de productie van de grote lithium-ion batterijen die worden gebruikt om elektrische voertuigen van stroom te voorzien, is de grootste bron van ingesloten emissies voor zowel elektrische auto’s als vrachtwagens. Het zou in in totaal goed voor ongeveer 40 tot 60 procent van de totale productie-emissies. Met andere woorden, het maken van batterijen kan net zoveel emissies genereren als het produceren van alle andere materialen die nodig zijn voor het maken van elektrische voertuigen of zelfs meer.

Naarmate de druk om te decarboniseren toeneemt en de vraag naar EV’s wereldwijd stijgt, racen fabrikanten om deze emissie-uitdaging aan te pakken. Meer dan 100 product leveranciers in de auto-industrie hebben zich toegewijd aan het verminderen van emissies als onderdeel van het Science Based Targets-initiatief. Er wordt verwacht dat nog meer toonaangevende bedrijven zich bij deze groep zullen aansluiten.